Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [29]Zo lachte Sara [30]bij zichzelve, zeggende: Zal ik wellust hebben, nadat ik oud geworden ben, en mijn heer oud is? 29. Niet uit geloof, gelijk tevoren Abraham, maar uit zwakheid, ziende meer op de natuur, dan op Gods macht. 30. Hebr. in haar midden.